woensdag 12 juli 2017

25 aug Snowmass Village - Leadville

Vandaag rijden we naar Leadville. Dat ligt niet zo ver van Snowmass Village af, zo’n zestig mijl. Over die korte afstand doen we echter meer dan twee uur. Dat komt omdat de kronkelige weg ons voert over de Independence Pass. Bij sommige bochten staat zelfs een adviessnelheid van maar 10 mijl.

Niet veel ruimte om uit te wijken voor brede tegenliggers
Onderweg naar boven

De Independence Pass is met een hoogte van 3687 meter één van de hoogste gelegen berijdbare passen van Colorado.Bovenop de pass is een soort ‘rest area’ aangelegd. Als we er uitstappen merk ik dat we inderdaad hoog zitten. Het lijkt net alsof ik te weinig zuurstof binnen krijg. Ik loop dan ook langzaam naar het uitkijkpunt.




Bovenop de pass is het natuurlijk de gelegenheid om wat panoramafoto's uit te proberen.



Als we daarna omlaag rijden, zie ik opeens in een bocht aan de rand van een bos een tweetal elanden staan. Ik herken ze direct aan hun geweien. Het zijn grote beesten. “Elanden” brul ik. We parkeren de auto 100 meter verderop bij een ‘pull-out’. Als we terug zijn bij de plaats waar ik de beesten zag lopen, zijn ze echter weg. Opeens ziet Marijke ze iets verderop in het bos lopen.

Daar loopt hij!
Tussen de bomen zijn ze echter niet meer goed zichtbaar (en te fotograferen). U zult dus van mij moeten aannemen, dat het beest dat hieronder vaag op de foto staat echt een eland en geen paard is. 


Tegen twee uur komen we aan in Leadville. We hebben gepland om hier te gaan fietsen. Maar alvorens we dat gaan doen, gaan we eerst nog even exclusief lunchen in één van de duurdere eetgelegenheden van Leadville. Ik moet zeggen, het smaakt uitstekend.


Dan staat er een fietstochtje op het programma. Bij Leadville kan je de ’Mineral Belt Trail’ fietsen. Een speciaal aangelegd fietspad / wandelpad van ongeveer 12 mijl lang. Je rijdt in een soort cirkel door de heuvels rondom Leadville en onderweg staan allerlei borden met informatie over de omgeving en historie van Leadville



Eerst rij je een paar mijl omhoog – veel vals plat - daarna is het dalen. Maar omdat ik nog steeds het gevoel heb, dat ik op deze hoogte adem te kort kom – op zijn Hollands: ik heb geen puf -  besluit ik om niet te gaan fietsen. Judith heeft ook niet zo veel zin, maar Marianne en Marijke willen wel graag fietsen. Ze huren voor 25 dollar per persoon een soort mountainbike bij Cycles of Life, de beste fietsenwinkel van Leadville (waarschijnlijk ook de enige).



De bike shop van opzij
Ze worden geholpen door een bijzonder vriendelijk jongeman die allerlei tips over de route geeft. (“Je kan het beste met de wijzers van de klok mee fietsen, dat is makkelijker qua klimmen en dalen.”) Terwijl zij gaan fietsen, gaan Judith en ik Leadville bekijken.

Leadville is oud mijnwerkersstadje. Tot de inwoners behoorden onder andere Margaret Brown – beter bekend als de ‘Unsinkable Molly Brown’ van de Titanic -  en haar echtgenoot Johnny Leadville, what’s in a name. Tegenwoordig is Leadville vooral vergane glorie.



Het Tabor Opera House uit 1879; er zijn allerlei acties gaande om dit gebouw weer in zijn volle glorie te herstellen.

Een affiche met een oproep om het operahuis te redden en een kalender waarvan de opbrengst gaat naar het behoud van het Opera House.


Er is ook een mijnwerkersmuseum dat tevens een ‘hall of fame’ van bekende mijnwerkers bevat – ik heb werkelijk geen flauw idee hoe je het als mijnwerker schopt tot de ‘hall of fame’. Judith en ik lopen naar het museum toe. Er is zo te zien geen mens aanwezig. De kaartjes blijken liefst 12 dollar per persoon te kosten, geen wonder dat er niemand is.

De laatste bezoekers van dit museum waren op 8 maart 1938 de heer en mevrouw James en Ethel Deutschendorf uit Denver; beide zijn opgenomen in de Hall of Fame; Wel vinden er in Leadville nog regelmatig discussies plaats of Teddy - "ready for your order" - Johnson, een vertegenwoordiger in ijzerwaren die hier op 23 juni 1983 kwam vragen of hij even gebruik mocht maken van het toilet; hetgeen geweigerd werd, nu wel of niet moet worden geteld als bezoeker. (sorry; dit is allemaal onzin)
Eigenlijk hebben we allebei geen zin in dit museum en we besluiten om het maar te laten voor wat het is. Judith heeft veel meer zin om wat kringloopachtige winkels en oude rommelzaken te bezoeken. Daarvan zijn er in Leadville meerdere. De eerste die we bezoeken is echt niks. Rotzooi en het ruikt er muf. Waarschijnlijk is de lucht er ook tweedehands. Meest opmerkelijke item: een blikken doos met afbeeldingen van de Nachtwacht er op. In de doos zitten oude knopen. Hoe komt zo’n doos in Leadville terecht?

De tweede winkel die we bekijken, is echter fantastisch. De zaak zit in een groot pand en bestaat uit twee verdiepingen. Beneden is het een grote doorlopende ruimte met allerlei vitrines en wandkasten met tientallen laadjes. Boven zijn het allemaal kleine kamers die volgepropt zijn met allerlei curiosa. Gezien de vele kleine kamertjes zou je kunnen denken dat hier vroeger een hotel of een bordeel zat, maar er staat een bord waarop staat aangegeven dat niet zo was.



Navraag bij de kassadame leert dat het gebouw al uit de tweede helft van de negentiende eeuw stamt. De benedenverdieping was een general store waar vooral allerlei mijnwerkersspullen werden verkocht, de bovenverdieping werd als kantoor van het bedrijf gebruikt. We dwalen er meer dan een uur rond. Judith koopt uiteindelijk een stel oude oorringen voor zichzelf en iets voor haar vriend (uiteraard mag ik niet zeggen wat dat is).

Na het bezoek aan deze winkel van Sinkel bezoeken we een koffietentje en drinken er een kop cappuccino. Ook kan je er internetten – password: Leadville. Weer een uurtje later zien we Marianne en Marijke opduiken. Het fietstochtje was hun erg bevallen. Ze hadden vooral veel oude restanten van de mijnbouw gezien onderweg.


De belangrijkste brug van Leadville



Al elf mijl gefietst, nog maar één mijl te gaan
We rijden daarna naar ons motel en checken in. Dat er aan de muur een briefje hangt met een gebruiksaanwijzing voor het toilet is wat dubieus.


Als we na het eten nog even door Leadville lopen, komen we langs de Harperrose Studios Gallery & Goods. De winkel is dicht, maar in de etalage hangen een paar kunstwerken van een zekere Jessica Vogel. Ze herbruikt veel oude materialen vooral oude ramen. Er zitten een paar prachtige werken tussen die boven onze bank thuis beslist niet zouden misstaan. De verleiding is groot om morgen nog even langs deze winkel te gaan, maar ja, onze koffers zitten al vol en om de boel op te laten sturen, is ook weer zo’n gedoe. Je zult echter zien dat deze kunstwerken later miljoenen waard zijn.

Een paar van haar werken zoals deze staan weergegeven op de site van de Artandsalvagegallary in Salida waar ze woont.
Terug op onze motelkamer spelen we nog een spelletje boerenbridge. Morgen rijden we naar Denver en zit onze vakantie er weer op.

Route:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten